Kent u het 'geheim' van speculaas?
Vanaf september liggen de winkels weer vol met het sinterklaassnoepgoed. Chocoladeletters, schuimpjes, peper- en kruidnoten en speculaas. Speculaas is eigenlijk het hele jaar te koop. Dit populaire koekje heeft een rijke geschiedenis.
De oorsprong van speculaas is Germaans. De Germanen hadden heilig ontzag voor hun goden die de wisselingen van de seizoenen bepaalden. Om de goden gunstig te stemmen werden dieroffers gebracht: de koe en het varken zijn symbolen van voorspoed en welzijn. Deze offers werden vooral in de donkere dagen van het jaar gebracht. Langzamerhand werd brood en banket als offer ook toegestaan. Deze hadden wel vaak nog de vorm van dieren. Met de komst van het Christendom werd er weer een aanpassing gedaan: ook figuren van heiligen werden in brood en banket uitgebeeld. Bisschop Myra, beter bekend als Sint Nicolaas, werd vaak uitgebeeld omdat hij zeer geliefd was onder de bevolking. De naamdag (5 december) van Sint Nicolaas viel in de donkere periode waarin veel offers werden gebracht. Zo ontstond de voorloper van speculaas: cleaskoeken. De claeskoeken waren eerst van brood en op smaak gebracht met honing. In de 17e eeuw werden specerijen door de komst van de VOC betaalbaar. Sindsdien wordt speculaas gemaakt van bloem (van origine roggemeel), bruine suiker, boter en speculaaskruiden. Er is geen vast recept voor de kruiden. Elke bakker had, en heeft, zijn eigen geheime verhouding en/of mengsel. De meeste speculaaskruiden bevatten : kaneel, nootmuskaat, kruidnagel, gemberpoeder, kardemom en witte peper. Er zijn variaties bekend met anijs, korianderzaad en foelie. Speculaas wordt gebakken in een speciale vorm die voor de tekening op de bovenkant zorgt: de speculaasplank. Machinaal gebakken speculaas heeft een vagere afbeelding omdat aan dat deeg meer boter wordt toegevoegd. Over de herkomst van de naam speculaas gaan verschillende verhalende ronde. Het zou een samenstelling kunnen zijn van specerij en claes. Of was het toch dat geheim van de bakkers wat zorgde voor ‘speculatie’, wat weer leidde tot de naam ‘speculaas’? In België waren de specerijen onbetaalbaar waardoor er een variant van ‘speculaas zonder specerijen’ is ontstaan: speculoos. Deze koekjes worden gemaakt met kandijstroop of gekarameliseerde suiker. Soms werd wel kaneel toegevoegd. In België en Frankrijk is tegenwoordig zowel speculaas als speculoos te koop. Verwarrend is het wel: beide worden onder de naam speculoos verkocht. Over de hele wereld is speculaas echter populair: in Duitsland en Oostenrijk is speculaas bekend onder de naam spekulatius. In Amerika, Canada en Australië staan speculaasjes bekend onder de naam ‘windmillcookies’ (windmolenkoekjes). Een grote speculaaspop wordt een vrijer genoemd. Vroeger versierde een jongen een speculaaspop met bijvoorbeeld glazuur en noten. Deze bracht hij naar een meisje waar hij ‘een oogje’ op had. Zo ‘versierde’ hij een meisje. Wilt u iemand versieren met zelfgebakken speculaas? Klik hier voor het recept.